Het grote veld

Het grote veld is er altijd. Altijd en overal. Met wie we ook omgaan. Overal waar we gaan of staan, het veld is er. Of we nu in contact zijn met leidinggevenden, collega's, vrienden, vriendinnen, broers of zussen, het veld is er altijd.  

Het veld wordt ook wel omschreven als een energie vanuit vroeger, heel vroeger. Via onze ouders, opa's en oma's, overgrootouders, betovergrootouders is het veld bij ons terechtgekomen. Het veld is datgene waar we vandaan komen, wie en wat we daarvan meenemen. 

 

We zijn deel van dit veld, dit grote ontzagwekkende veld. Onbewust nemen we allen deel aan dit grote enorme veld. En onbewust geven we dit veld door aan de volgende generatie.

 

Groepsgeweten

Als kind hebben we dit veld, dit geweten van de groep, ingedronken, omarmd, geïnternaliseerd, zodat we bij de groep hoorden, de familie, het gezin, papa en mama. Dit groepsgeweten onderscheidt ons van het geweten van anderen. Wij, die van Wolters, doen het zo, en dat is goed. Hier voelen we ons bij thuis, dit kennen we en hier zijn we trouw aan. Deze trouw maakt, dat we ons onschuldig voelen. Zo horen we erbij. Bij de groep, de familie, het gezin.

 

Ieder van ons neemt zijn veld, zijn groepsgeweten, mee. We nemen het mee naar ons werk in onze relaties met collega's en leidinggevenden, naar onze liefdesrelaties, naar vrienden en bekenden, op vakantie, in de bioscoop en sauna, thuis op de bank, waar we ook gaan, het veld is er altijd. Het veld wordt geschraagd door meningen, overtuigingen, patronen, gewoonten, oordelen, beelden, perspectieven, en bovenal onschuld. We voelen ons over ons groepsgeweten hartstikke onschuldig.

In de ontmoeting met de ander kan het zijn, dat ons veld aansluiting vindt bij het veld van de ander en dan voelen we ons op ons gemak, we voelen ons gezien en gehoord. Het kan echter ook zo zijn, dat onze velden nogal verschillend zijn en dan voelen we ons ongemakkelijk, en wellicht niet gezien en gehoord.